Fretten, bunzingen, hermelijnen en wezels zijn allemaal kleine roofdieren die tot de familie van de marterachtigen (Mustelidae) behoren. Hoewel ze op het eerste gezicht veel op elkaar lijken, zijn er duidelijke verschillen in uiterlijk, gedrag en leefomgeving. In dit artikel bespreken we de belangrijkste kenmerken van deze dieren, zodat je ze beter kunt onderscheiden.
Uiterlijke kenmerken
Fretten
Fretten zijn gedomesticeerde afstammelingen van de wilde bunzing. Ze hebben een langgerekt lichaam, korte poten en een pluizige staart. Hun vacht kan verschillende kleuren hebben, waaronder albino (wit met rode ogen), sable (donkerbruin met een licht gezicht) en verschillende andere kleurvarianten. Fretten hebben een gemiddelde lengte van 40 tot 50 cm, inclusief de staart, en wegen tussen de 0,7 en 2 kg.
Bunzingen
Bunzingen lijken sterk op fretten, maar zijn meestal donkerder van kleur. Ze hebben een donkerbruine tot zwarte vacht met een lichtere onderzijde. Hun gezicht heeft vaak een karakteristiek maskerpatroon met donkere strepen rond de ogen. Bunzingen zijn iets kleiner dan fretten, met een lengte van 30 tot 45 cm en een gewicht van 0,5 tot 1,5 kg.
Hermelijnen
Hermelijnen zijn kleiner dan fretten en bunzingen, met een slanker lichaam en een kortere staart. Ze hebben een opvallende seizoensgebonden vachtverandering: in de zomer is hun vacht bruin met een witte buik, terwijl ze in de winter volledig wit worden, behalve de zwarte punt van hun staart. Hermelijnen zijn ongeveer 20 tot 30 cm lang en wegen tussen de 0,1 en 0,3 kg.
Wezels
Wezels zijn de kleinste van de vier dieren. Ze hebben een slank, cilindrisch lichaam en korte poten. Hun vacht is bruin met een witte onderzijde, en ze veranderen niet van kleur in de winter zoals hermelijnen. Wezels zijn ongeveer 15 tot 20 cm lang en wegen slechts 0,05 tot 0,1 kg.
Gedrag en leefomgeving
Fretten
Fretten zijn huisdieren en worden vaak binnenshuis gehouden. Ze zijn speels, nieuwsgierig en sociaal, en hebben veel aandacht en interactie nodig. Fretten slapen veel, tot wel 18 uur per dag, maar zijn zeer actief tijdens hun wakkere uren. Ze hebben een sterk reukvermogen en gebruiken geurmarkeringen om hun territorium af te bakenen.
Buzingen
Bunzingen zijn solitaire dieren die voornamelijk ’s nachts actief zijn. Ze leven in diverse habitats, zoals bossen, graslanden en landbouwgebieden. Bunzingen zijn uitstekende jagers en voeden zich met kleine zoogdieren, vogels en insecten. Ze zijn territoriaal en gebruiken geurklieren om hun territorium te markeren.
Hermelijnen
Hermelijnen zijn ook solitaire en nachtactieve dieren. Ze komen voor in een breed scala aan habitats, waaronder bossen, graslanden en moerassen. Hermelijnen zijn behendige jagers en voeden zich voornamelijk met knaagdieren, vogels en insecten. Ze zijn bekend om hun energieke en wendbare jachttechnieken.
Wezels
Wezels zijn zeer actieve en behendige jagers die zowel overdag als ’s nachts actief kunnen zijn. Ze leven in diverse habitats, zoals bossen, graslanden en landbouwgebieden. Wezels voeden zich voornamelijk met kleine knaagdieren, maar ook met vogels en insecten. Ze zijn territoriaal en gebruiken geurklieren om hun territorium te markeren.
Voortplanting en levenscyclus
Fretten
Fretten hebben een draagtijd van ongeveer 42 dagen en krijgen meestal 6 tot 8 jongen per nest. De jongen worden blind en hulpeloos geboren, maar groeien snel en zijn na ongeveer 8 weken zelfstandig. Fretten kunnen tot 8 jaar oud worden, hoewel sommige individuen ouder kunnen worden.
Buzingen
Bunzingen hebben een draagtijd van ongeveer 40 dagen en krijgen meestal 3 tot 7 jongen per nest. De jongen worden blind en hulpeloos geboren, maar ontwikkelen zich snel en zijn na ongeveer 8 weken zelfstandig. Bunzingen kunnen tot 6 jaar oud worden in het wild.
Hermelijnen
Hermelijnen hebben een draagtijd van ongeveer 28 dagen en krijgen meestal 4 tot 12 jongen per nest. De jongen worden blind en hulpeloos geboren, maar groeien snel en zijn na ongeveer 8 weken zelfstandig. Hermelijnen kunnen tot 7 jaar oud worden in het wild.
Wezels
Wezels hebben een draagtijd van ongeveer 35 dagen en krijgen meestal 4 tot 6 jongen per nest. De jongen worden blind en hulpeloos geboren, maar ontwikkelen zich snel en zijn na ongeveer 6 weken zelfstandig. Wezels kunnen tot 3 jaar oud worden in het wild.
Belangrijke verschillen samengevat
– **Grootte en gewicht**: Fretten en bunzingen zijn groter en zwaarder dan hermelijnen en wezels. Wezels zijn de kleinste van de vier.
– **Vachtkleur**: Hermelijnen veranderen van kleur in de winter, terwijl de andere drie soorten dat niet doen. Fretten hebben een grotere variëteit aan vachtkleuren vanwege hun gedomesticeerde status.
– **Leefomgeving**: Fretten worden als huisdieren gehouden, terwijl de andere drie soorten in het wild leven. Bunzingen, hermelijnen en wezels hebben verschillende voorkeuren voor hun leefomgeving, maar kunnen allemaal in diverse habitats overleven.
– **Gedrag**: Fretten zijn sociaal en speels, terwijl bunzingen, hermelijnen en wezels solitair en territoriaal zijn. Alle vier de soorten zijn uitstekende jagers met een sterk reukvermogen.
Door deze kenmerken te herkennen, kun je gemakkelijker het verschil zien tussen een fret, een bunzing, een hermelijn en een wezel. Elk van deze dieren heeft unieke eigenschappen die hen onderscheiden, ondanks hun gemeenschappelijke familieband.